Leven en werken

leven en werken

Ad van Roosmalen werd op 15 juli 1908 geboren in Utrecht. Al op jonge leeftijd stond voor hem vast dat hij edelsmid zou worden, hetgeen allerminst verbazingwekkend was, daar hij een telg was uit een geslacht van edelsmeden. Zijn grootvader vestigde zich als goud- en zilversmid in Utrecht, waar hij aan de Oosterkade 21 een werkplaats begon, die later door zijn vier zoons zou worden overgenomen en bekend zou worden onder de naam ‘Gebroeders Van Roosmalen, Edelsmederij en Kerkelijke Kunst’. Eén van deze gebroeders was de vader van Ad. De jonge Ad groeide dus als het ware op in de edelsmederij, temidden van vele koperslagers en andere metaalarbeiders die daar in de eerste decennia van de twintigste eeuw werkten. Na de lagere school ging Ad naar de Ambachtsschool, om vervolgens in de werkplaats aan de Oosterkade aan de slag te gaan. Om deze ambachtelijke opleiding, gericht op een praktische uitvoering van werktekeningen te verbreden kreeg de jonge edelsmid aanvullend les van de tekenaar Jan Henri Makkink en de kunstschilder Willem Wiegmans.
 
Na deze leerperiode duurde het echter nog geruime tijd voor Ad van Roosmalen zich zelfstandig zou vestigen. Tot aan 1940 bleef hij werken voor de ‘Gebroeders’. Toen liet hij zich inschrijven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel te Utrecht onder de handelsnaam ‘Ad van Roosmalen, Edelsmeedkunst & Bronswerken’. Ook meldde hij zich aan bij het Algemeen Katholiek Kunstenaarsbond (A.K.K.V.)
 
De kerk was zijn belangrijkste opdrachtgever, maar volgens de kinderen tevens een belangrijke ontmoetingsplaats voor de vele katholieke vrienden van Pa, waaronder de schilders Lambert Simon, Harrie Sterk en Jan van Ham, de dichter Jan Engelman, de criticus Cor Schilp en de beeldhouwers Steph Uiterwaal, Pieter D’Hont en Abram Stokhof de Jong. Sommige vriendschappen waren ook gegroeid via het Utrechts Genootschap Kunstliefde, waar Van Roosmalen lid van was én via de organisatie van de jaarlijkse Kunstmarkt, waarvan hij enige jaren in de jury zat.
 
In de jaren vijftig bereikten de activiteiten in het atelier van Ad van Roosmalen hun hoogtepunt. Tijdens deze periode van opbouw werden er veel nieuwe kerken gebouwd en ingericht, wat veel edelsmeedwerk met zich meebracht. Kelken, cibories, monstransen enzovoorts. Veel van dit werk is nog te vinden in de Sint Aloysiuskerk en de Sint Gertrudiskerk in Utrecht en de Sint Jozefkerk in Zeist.
 
Het werk van Ad van Roosmalen was, volgens oud-werknemer Klaas Lamme, heel eigen. De producten van de werkplaats van Brom waren zijns inziens klassieker en het werk van de andere belangrijke katholieke edelsmid uit Utrecht, Jan Noyons (1918-1982) was strakker. De vormgeving van Van Roosmalen zat er tussenin. Het was wel krullerig, maar nooit druk. Klaas achtte het experimenteren met diverse materialen en technieken kenmerkend voor zijn baas. Vaak werkte hij met allerlei kleuren afkomstig van het afwisselend gebruik van diverse materialen, als rood- en geelkoper, in combinatie met verschillende bewerkingsmethoden als patineren en schuren en bewerken met bronspoeder. En wat hij maakte was steeds anders, zo herinnert Klaas Lamme zich, alles was éénmalig en nooit méér van hetzelfde.
 
Met het wegvallen van de kerk als opdrachtgever veranderde in de jaren zestig ook het soort opdrachten. Vanaf dat moment lag de nadruk niet langer op religieus, maar op profaan werk, waarbij een grote hoeveelheid muurdecoraties in het oog springt. De activiteiten in de werkplaats liepen in deze jaren echter sterk terug. Weliswaar werd Ad betrokken bij lokale artistieke initiatieven en maakte hij nog wel het een en ander, zoals sieraden en kleinere draadplastieken, al dan niet religieus van voorstelling, maar de grote opdrachten bleven uit. In het Handelsregister van de Kamer van Koophandel te Utrecht staat dat ‘Ad van Roosmalen Edelsmeedkunst & Bronswerken’ met ingang van 1 juli 1973 geen personeel meer in dienst had. In het volgende document staat dat de onderneming met ingang van1 januari 1978 werd opgeheven. Hij overleed vijf jaar later. Op de aankondiging van zijn overlijden stond geschreven: ‘In de blijdschap van zijn verlossing is naar zijn Vader teruggekeerd’.
 
Werk van Ad van Roosmalen bevindt zich zowel in museale- als particuliere collecties.
 
*Deze monografie is gedeeltelijk overgenomen uit de folder die werd bijgesloten bij het werk ‘De Edelsmid Ad van Roosmalen’ in 2004 uitgegeven door Uitgeverij Optima Vianen, in de Nobelreeks deel 14.